Een gouden regel in opvoeding is om consequent te zijn. Een ja is een ja, een nee is een nee. Als een ja ineens een nee wordt, voelt het onveilig en onvoorspelbaar voor het kind. Het kind gaat dan – terecht – heel lastig worden. Als een nee na lang zagen toch een ja wordt, is het hek van de dam. Als kinderen voelen dat jouw beslissing kan beïnvloed worden door hun gedrag, dan zullen ze dat meer gaan doen, zeker als het in hun voordeel uitdraait.
Daarom is het heel belangrijk om een beslissing te nemen die onveranderlijk is en waar je helemaal achter staat. Dan zal het kind voelen dat het geen zin heeft om te discussiëren of te zagen. En zo wordt ouderschap een pak gemakkelijker. Hoe neem je nu de juiste beslissing, ook als het snel moet gaan? Deze 4 stappen kunnen je helpen.
Stap 1: vraag bedenktijd
Je vraagt letterlijk: mag ik daar even over nadenken? Of: ik zou dat graag eerst met mama/papa bespreken. Of: dat wil ik eens rustig bekijken met mijn agenda erbij. Je koopt dus letterlijk tijd.
Stap 2: sta stil bij wat je zelf wil
Tijdens je bedenktijd denk je na over wat je zelf wil, in alle rust. Zonder je eventueel even af. Hierbij enkele vragen die kunnen helpen bij het vinden van het antwoord:
- Wat voelt goed voor jou?
- Wat zou je doen als je je niet moest verantwoorden?
- Wat zijn eventuele voorwaarden om ‘ja’ te zeggen?
- Wat zijn argumenten om ‘nee’ te zeggen?
Stap 3: deel je beslissing mee
Vertel eerst wat je beslissing is. Draai niet rond de pot, maar zeg het gewoon.
Geef dan je voorwaarden (als je ja zegt) of je argumenten (als je nee zegt). Een uitleg geven waarom je die keuze gemaakt hebt, is oké. Elk kind verdient een uitleg. Ik zie dat als informatie waarop je beslissing gebaseerd is. Als je kind begrijpt waarom je nee zegt, zal het zich veel gemakkelijker neerleggen bij die nee.
Stap 4: blijf bij je beslissing
Blijf ten allen tijde bij je beslissing! Zoals ik al eerder zei: consequent zijn is een gouden regel in opvoeding. Als je eerst nee zegt, en na heel wat gezeur maak je daar toch een ja van, dan verlies je alle geloofwaardigheid. Je kind leert dat ‘zagen’ werkt. En dus gaat het kind dat meer doen. Misschien vind je het op korte termijn gemakkelijker om toe te geven, omdat er dan tijdelijk rust is, maar op lange termijn bereik je net het tegenovergestelde resultaat. Hou vol! De aanhouder wint!