Probeer het maar eens: steek je arm uit en wijs naar iets of iemand. Hou nu je hand even stil en kijk ernaar. Meestal wijst je wijsvinger naar dat iets of iemand en wijzen er 3 vingers daaronder naar jezelf, veel minder zichtbaar, onder de radar. Wat wil dat nu zeggen?

Als je wijst naar de ander…

Dit is wat er vaak gebeurt: we wijzen naar onze partner met een verwijt.
“Jij luistert nooit naar mij.”
“Jij respecteert mijn grenzen niet!”
“Jij geeft mij altijd een schuldgevoel, als ik eens wegga met vrienden.”
“Door jou hebben we geen seks meer.”

Gemakkelijk, als we iemand anders de schuld kunnen geven van wat er misloopt. Maar daarmee geef je ook de macht aan de ander om er al dan niet iets aan te doen en sta jij in de machteloze wachtpositie.

… wijzen er 3 vingers naar jezelf

In bovenstaande voorbeelden lijkt het op het eerste zicht moeilijk om te zien hoe dat nu ook naar jou kan terugwijzen. Wel, dat komt omdat je alleen kijkt naar het einde, waar het fout loopt. Daar gaat natuurlijk heel wat aan vooraf. En daarover gaat de eerste vinger:

Wat is mijn aandeel hierin?

Een relatie is altijd de verantwoordelijkheid van 2 mensen. In een gezonde relatie neem je samen beslissingen, help je mekaar als de ander het wat zwaarder heeft en bespreek je wat er op je maag ligt. Zodat het niet moet eindigen in verwijten zoals hierboven.

Soms verwijten we de ander wat we zelf ook doen of toelaten. Je kan het eens naar jezelf draaien:
Luister ik wel altijd? Respecteer ik mijn eigen grenzen wel?

De tweede vinger laat je dus stilstaan bij je eigen gedrag:

Wanneer doe ik dit ook?

En tenslotte, een verwijt is een foute manier om een onderliggende behoefte te verwoorden. Vaak zitten de woorden in het verwijt zelf en hoef je niet ver te zoeken. Bv. “Jij luistert nooit naar mij!” betekent “Ik zou graag hebben dat je luistert naar mij”.

De derde vinger geeft je ineens ook de oplossing:

Wat heb ik écht nodig?

Door hierbij stil te staan, kan je dat verwijt beter vervangen door uit te spreken wat je nodig hebt en van de ander verlangt.

Dus telkens als je nog eens wil wijzen/verwijten, stel jezelf dan eerst deze 3 vragen:

  1. Wat is mijn aandeel hierin?
  2. Wanneer doe ik dit ook?
  3. Wat heb ik écht nodig?

Blijf niet in de wachtpositie, neem je verantwoordelijkheid en geef zelf het goeie voorbeeld.

PS. Als jij de verwijten over je heen krijgt, dan is het geen oplossing om te zeggen: “Jij doet dat ook altijd!” (#dooddoener). Dan kan je je beter afvragen: “Is dat echt zo?” en “Wat heeft de ander nodig?“. Blijf niet in de oppervlakte hangen. Praten werkt.